In- en uitvoegen op de snelweg doe je zo!

In- en uitvoegen op de snelweg moet vlot en soepel gebeuren, zodat je het overige verkeer niet hindert en geen onnodig risico op ongelukken laat ontstaan. Maar waar moet je nu allemaal aan denken als je nog niet zoveel ervaring hebt met rijden op de snelweg, of als je nog met je lessen bezig bent? Kortom: hier vind je tips die je jou kunnen helpen als je snel én veilig op je bestemming wil arriveren.

Allereerst: invoegen is een speciale verrichting. Dat wil dus eigenlijk zeggen dat je niet van de andere weggebruikers verwachten dat je voorrang krijgt. Wel is het in de praktijk zo dat veel automobilisten goed rekening houden met invoegende weggebruikers, en bijvoorbeeld even van baan wisselen om plaats te maken.

De invoegstrook is bedoeld om zoveel mogelijk snelheid te maken, zodat je je aan kunt passen aan de snelheid van de andere automobilisten. In de meeste gevallen houdt dat in: gas geven! Het kan natuurlijk ook voorkomen dat het verkeer stapvoets rijdt, bijvoorbeeld omdat er aan de weg gewerkt wordt of omdat er een ongeluk heeft plaatsgevonden. Dan moet je natuurlijk een passende snelheid aanhouden.

Zorg voor soepele doorstroming

Voor de doorstroming is het verstandig om de hele invoegstrook te gebruiken. Probeer goed in te schatten waar je ertussen kunt, en geef met een signaal (richting aangeven) aan dat je wil invoegen. Kijk goed in je spiegels en houd ook rekening met auto’s achter je die misschien al zijn begonnen met invoegen. Laat dus duidelijk weten dat je wil invoegen, want het overige verkeer is te druk met op de weg letten om bij jou te raden wat je bedoeling is! Wanneer je nog geen mogelijkheid hebt gehad om in te voegen en de invoegstrook is ‘op’ (meestal zullen de andere automobilisten wel op tijd anticiperen en jou ertussen laten), dan kan het zijn dat je de vluchtstrook even kort moet gebruiken. Dit moet je echter alleen doen als het écht niet anders kan! De vluchtstrook is tenslotte bedoeld voor noodgevallen.

Hoe gaat uitvoegen?

Uitvoegen is voor veel mensen een stuk gemakkelijker dan invoegen. Bij uitvoegen verlaat je de doorgaande rijbaan via een uitvoegstrook. Voordat je de uitrijstrook opgaat, kijk je goed in je spiegels en check je de dode hoek. Er kan bijvoorbeeld al iemand op de uitvoegstrook rijden, voor of achter je. Probeer wel zoveel mogelijk aan het begin van de uitrijstrook uit te voegen, om dit soort moeilijkheden te voorkomen en de doorstroom soepel te houden. Eenmaal op de uitvoegstrook ga je pas snelheid minderen. Geef wel altijd aan dat je rechtsaf gaat als je uitvoegt, en zet je richtingaanwijzer pas uit als de doorgaande rijbaan naast je niet meer bereikbaar is.

Natuurlijk is de rij-instructeur bij Verkeersschool Tempo op de hoogte van alle regels. Hij/zij zal jou alles leren tijdens je rijlessen!